Wolfhagen
Justus Hendrik (Jost Henrich) Imthorn is geboren op 26.3.1754 te Wolfhagen (gelegen bij Kassel in het Landgraafschap Hessen, Duitsland). Zijn geboortedatum is nog enigszins onduidelijk zie de pagina Geboortedatum. Zijn vader is landbouwer. Zijn moeder komt uit een familie (Weinmann) die in wijn handelt. Ook zijn er veel bakkers in die familie. Het is niet bekend wat Jost Henrich na zijn schooltijd doet. Waarschijnlijk heeft hij een militaire loopbaan en is hij dragonder. Hij zal geen oorlogen in Duitsland hebben meegemaakt. Aan de Zevenjarige Oorlog (1756 – 1763) kan hij niet hebben deelgenomen omdat hij aan het eind van die oorlog negen jaar is. In de stad Kassel liggen in die periode twee staande Dragonder regimenten: het Prinz Friedrich regiment (DI) en het Garde regiment Dragonders (DII). Wellicht diende Jost Henrich bij een van die regimenten.
Leiden
Hij vertrekt vóór 1777 uit Wolfhagen om zich in Holland in de Republiek der Verenigde Nederlanden te vestigen. Hij dient bij het Regiment Gardes Dragonders dat gelegerd is in Leiden. In de conduitestaten van 31 december 1777 komt de naam Imthorn voor. Hij heeft dan 18 guldens, 4 stuivers en 10 penningen tegoed van zijn commandant kolonel Meijners. Een andere compagnie in dit regiment werd geleid door Jacob Arend Nanning van Wassenaer.
In 1783 verhuist hij naar Katwijk aan den Rijn. Volgens zijn attestatie (overgang van de ene naar een andere gemeente van hetzelfde kerkgenootschap) van 16.3.1783 woonde hij achter de Vest (verdedigingswerk) bij de Witte Poort en is zijn beroep dragonder geweest. Zijn naam is nu Hendrik Imthorn en later zal hij zich Justus Hendrik Imthorn noemen.
Vlakbij de Witte Poort liggen twee kazernes waarvan één een cavalerie kazerne met de naam: Doelen kazerne.
De Witte Poort is in 1865 gesloopt en stond op het Noordeinde bij de Weddesteeg en Rembrandtstraat. De poort stond om de hoek van de Rijn.
Katwijk aan den Rijn
Justus Hendrik verhuist naar Katwijk aan den Rijn. Hij begint in de, naast het dorp gelegen, Heerlijkheid ’t Zand een bierstekerij (bierhandel). Het gebouw waar hij met zijn gezin woont en werkt staat aan de Rijn. Zie voor meer informatie: Bierstekerij ’t Zand. Hij trouwt in dit dorp, zijn kinderen worden hier geboren en hij overlijdt er op 31.10.1826. Op zijn overlijdensakte staat dat hij deurwaarder is geweest. De daarop volgende eeuwen breidt de familie Imthorn zich uit voornamelijk in de driehoek Leiden, Valkenburg/Katwijk en Noordwijk.
Jannetje La Fonteijn is gedoopt op 15.12.1763 te Beusichem (gelegen in het Graafschap Buren, Gelderland). Zij overlijdt op 21.11.1826 te Katwijk aan Zee. Voordat zij in Katwijk aan den Rijn gaat wonen woont zij in Rotterdam. Haar beroep is tapster.
De tekst is:
[1763] Den 15 Dec. – Het kind Jannigje [Jannetje] – De V[ader] Johannes [La] Fonteijn – De M[oeder] Johanna [van] Overbeek
Justus Hendrik en Jannetje gaan op 15.5.1788 in ondertrouw te Katwijk aan den Rijn. Dat blijkt uit het Gaardersregister van Katwijk.
De tekst is:
15 mei 1788
Hebbe Justus Hendrik Imthorn Jm. geb. te Wolfhagen in Hesse en wonende alhier en Jannetje La Fontein J.d. geboren te Beusichem in ’t Graafschap Buren en wonende alhier dog onlangs gewoond hebbende te rotterdam – Zijn om te trouwen aangegaan in de vierde Classe drie stuivers ieder.
In het kerkboek van de Nederlands Hervormde Kerk van Katwijk Binnen (aan den Rijn) is het huwelijk vastgelegd. Op 6.6.1788 trouwen Justus Hendrik en Jannetje.
De tekst is:
[(1788) kantlijn]: alhier ondertrouwd den 15 May, getrouwd den 6 juny.
[blad]: Justus Hendrik Imthorn Jm. geb. te Wolffhaagen [Wolfhagen] Woonende alhier. Jannetje La Fonteijn J.D. geb te Beusekom [Beusichem] en woonende te Rotterdam
Justus Hendrik en Jannetje laten een testament opmaken door baljuw/notaris Pieter Willem Boers. Datum van het testament is 12.6.1789.
Dit zijn de handtekeningen van Justus Hendrik en Jannetje op 12 juni 1789.
Justus Hendrik en Jannetje krijgen zes kinderen. Het eerste kind heet Johannes en wordt geboren op 27.9.1789 te Katwijk en overlijdt reeds in 1797. Het volgende kind is Johanna Maria zij wordt geboren op 3.8.1790 te Katwijk en trouwt op 4.5.1810 te Valkenburg ZH met Cornelis Rhijnsburger. Zij overlijdt op 8.1.1864 te Valkenburg ZH. Na Johanna Maria worden er nog drie kinderen geboren: Jan, Justus Hendrik en nog een Justus Hendrik die allen direct of op zeer jonge leeftijd overlijden. Als laatste wordt Johannes (3.12.1797 te Katwijk) geboren hij is de persoon die de naam Imthorn in Nederland laat voortbestaan.
Deze Johannes Imthorn wordt op 3.12.1797 geboren te Katwijk en op 5.12.1797 gedoopt in de Nederlands Hervormde Kerk in Katwijk Binnen (aan den Rijn). Getuige: Feytje La Fontijn. Hij wordt broodbakker zoals de familie van zijn oma (Weinmann). Hij overlijdt op 19.12.1830 te Katwijk. Hij is getrouwd met Elisabeth Eigenbrood (geb. 13.4.1794 Lisse, overl. 17.10.1871 Katwijk). Elisabeth is winkelierster.
Justus Hendrik overlijdt op 31 oktober 1826. Dat blijkt uit de overlijdensakte van de Burgerlijke Stand van de gemeente Katwijk. Uitgaande van de geboortedatum van 26.3.1754 zou Justus Hendrik 72 jaar zijn geworden. Volgens de akte is hij niet ouder dan 64 jaar geworden. Het overlijden wordt aangegeven door zijn zoon Johannes (huisnummer 119) en door Gebrand van der Does die in huisnummer 137 woont.
De tekst is:
In het Jaar Duizend achthonderd Zesentwintig den eersten der maand November des middags ten twaalf uren zijn voor ons Johannes Christiaan Hummel Burgemeester ambtenaar van den Burgelijke Stand der Gemeente Beide Katwijken en het Zand in Zuid-Holland gecompareerd Johannes Imthorn oud achtentwintig jaren, broodbakker, Zoon en Gerbrand van der Does oud negenendertig jaren, baander, gebuur van den Overledene, beiden wonende te Katwijk aan den Rijn, welke verklaarden dat aldaar in het huis N0. 130 op gisteren den eenendertigsten der maand October dezes Jaars des nachts ten een Uur is overleden Justus Hendrik Imthorn, geboren te Wolfshage in Hessen Kassel, oud VierenZestig jaren, deurwaarder bij de Directe belastingen wonende te Katwijk aan den Rijn echtgenoot van Jannetje La fontaine, tapster, wonende te Katwijk aan den Rijn, zoon van Johannes Imthorn overleden, Zijnde de naam en voornaam der moeder van de Overledene de Comparanten Onbekend, en hebben met ons na voorlezing getekend <3x handtekening>.
Huisnummer 130
Justus Hendrik overlijdt in het huisnummer 130 te Katwijk. Dat Justus Hendrik daar woont blijkt ook uit de volkstelling van 1826. Op de plaats van dat huis staan nu de huizen Rijnstraat 26 en 28.
Malaria epidemie 1826
In het jaar 1826 heerst er in een aantal delen van Nederland een malaria epidemie. Ook in Katwijk is dat het geval. Het zou kunnen dat Justus Hendrik als gevolg hiervan overlijdt. In een briefje van dokter Bernardus Prins (zoon van Arend Prins, de buurman van Justus Hendrik) geeft de dokter aan dat er naast de 72 zieken er nog een aantal zijn bijgekomen. Één van die zieken is Imthorn Senior. Dit moet Justus Hendrik zijn. Het briefje is gedateerd 23.10.1826 en op 31.10.1826 overlijdt Justus Hendrik. Ook Jannetje overlijdt in datzelfde jaar. Dat hun zoon Johannes is getroffen door de epidemie is ook bekend. Zie ook pagina 2x Johannes.
Meer informatie over de epidemie in 1826: zie pagina Epidemie 1826.
De resultaten van het onderzoek naar de aangetrouwde families staan op de pagina Families.
Algemeen
De vraag hoe Justus Hendrik vanuit Leiden in 1783 in Katwijk is terecht is gekomen is te verklaren door twee kwaliteiten van Justus Hendrik. Zijn ene kwaliteit is zijn militaire achtergrond en zijn andere is zijn ervaring met de handel. Beide kwaliteiten kunnen Justus Hendrik in contact hebben gebracht met de bestuurders van de Heerlijkheid ’t Zand bij Katwijk en daarin het Hof van Katwijk. Meer informatie over de families die op dat moment belangrijk zijn voor Katwijk én voor Justus Hendrik is te lezen op de pagina Hof van Katwijk
Militair
In Leiden zal Justus Hendrik als dragonder bij het Regiment Garde Dragonders ongetwijfeld kennis hebben gemaakt met iemand van de familie van Wassenaer. Veel leden van de familie van Wassenaer zijn (hoge) officieren in het Staatse Leger. Bijvoorbeeld Jacob Nanning Arend van Wassenaer die kolonel is bij het Regiment Garde Dragonders.
De familie van Wassenaer bezit veel huizen en landgoederen waaronder de Heerlijkheid ’t Zand. Justus Hendrik begint in die Heerlijkheid zijn bierhandel. Naast het Hof van Katwijk. Dat huis wordt door Pieter Boers, de baljuw van Katwijk, onderhouden en soms verhuurd. Pieter overlijdt in 1780 en wordt opgevolgd door zijn zoon Pieter Willem Boers.
De militaire achtergrond van Justus Hendrik is ook terug te vinden bij de declaraties aan de gemeente Katwijk. Hij declareert in 1810 f. 403,40 voor zijn instructie aan het vrijwillige Militaire Korps in Nood te Katwijk. Die declaratie werd niet goedgekeurd door een commissie. Hoewel het korps al actief was vóór 1795, en dus geen Frans korps is, besluit de commissie dat deze vordering toch niet ten laste van de Gemeente hoort te komen.
De eerder genoemde Pieter Willem Boers komen we tegen in verschillende aktes tussen 1785 en 1801 waar Justus Hendrik als getuige optreedt. Ook in een akte van 14.2.1812 waar Justus Hendrik getuige is van het vastleggen van de juiste geboortedatum van Pieter Willem’s dochter Petronella Wilhelmina Cornelia Boers. Het beroep van Justus Hendrik in deze akte is koopman (marchand). Pieter Willem Boers en de echtgenoot van zijn dochter (Jean Henrij Beijerman) zijn beide wijnkopers. De moeder van Justus Hendrik (Anna Maria Weinmann) komt ook uit een familie van wijnkopers. Die familie komt uit Kassel en vestigt zich later in Wolfhagen in de graafschap Hessen, Duitsland.
Dat Justus Hendrik Imthorn in bier handelt blijkt uit het Schependingboek (vastlegging van financieel gerechtelijke stukken) van Katwijk. Hierin wordt Justus Hendrik Imthorn opgevoerd als crediteur voor geleverd bier. Het betreft negentien gulden, zestien stuivers en vier penningen die hij tegoed heeft van een echtpaar uit Katwijk aan den Rijn. De akte is gedateerd 1.7.1793.
Ook uit een akte uit eind 1801 blijkt dat Justus Hendrik een bierstekerij (bierhandel) voert. Justus Hendrik en zijn gezin woont in het huis en bierstekerij nummer 179 gelegen in ’t Zand. In deze akte is opgenomen dat Justus Hendrik Imthorn en zijn gezin tot 1.5.1802 in dit pand mag wonen en zijn bierhandel mag uitvoeren. Justus Hendrik woont echter in maart 1803 nog steeds in dat huis hetgeen blijkt uit de Staat van goederen bij het testament van Willem Cornelis Boers. Op 14.12.1803 koopt Justus Hendrik zelf het huis, het recht van bierstekerij, met tuin, pakhuis en bierkelder. Op 26.3.1813 verkoopt hij de woning en bierhandel.
Op de pagina Bierstekerij ’t Zand. staan afbeeldingen en de geschiedenis van de bierstekerij van Justus Hendrik.
Daarnaast is er een declaratie à f. 7,20 van Justus Hendrik bij de gemeente Katwijk bekend voor de levering van bier aan de militairen in Katwijk.
Daar komt nog bij dat zijn vrouw Jannetje van beroep tapster is. Dus het leveren van wijn en bier zal voor een groot deel van het inkomen van de familie Imthorn gezorgd hebben. Justus Hendrik en Jannetje lenen ook geld uit aan de gemeente Katwijk. Justus Hendrik f. 36,00 en Jannetje f. 0,80. Op 30 oktober 1821 krijgen beiden de helft terugbetaald volgens het boek ‘Liquidatie van de achterstand’ 1811 – 1813 van de gemeentelijke administratie van Katwijk. Zie bovenstaande foto.
Justus Hendrik heeft lange tijd een vordering op de gemeente Katwijk gehad voor een bedrag van f. 7,20 voor levering van bier in 1810. Pas op 26 juli 1826, drie maanden voor zijn dood, wordt het bedrag aan Justus Hendrik uitbetaald. Dat is 16 jaar na levering.
Deurwaarder bij de Directe Belastingen
Uit zijn overlijdensakte blijkt dat Justus Hendrik in zijn laatste jaren deurwaarder bij de Directe Belastingen is geweest.
Samenvattend
Uit de archiefstukken in het Regionaal Archief te Leiden, het Gemeentearchief Katwijk en het Nationaal Archief blijkt dat Justus Hendrik eind 18e eeuw en begin 19e eeuw in de Heerlijkheid ’t Zand te Katwijk woont. Daarnaast is bekend dat Justus Hendrik sinds eind 18e eeuw daar in bier handelt. In 1813 verkoopt Justus Hendrik zijn huis en bedrijf en wordt later deurwaarder bij de Directe Belastingen.
Op 26 september 1781 publiceert Joan van de Capellen tot den Pol in het geheim zijn pamflet “Aan het volk der Nederlanden” waarin kritiek op de stadhouder Willem V wordt geuit. Er worden in het hele land exercitiegenootschappen en vrijkorpsen opgericht door de Patriotten die de oude vrijheid willen heroveren op de Oranjes.
Tussen 1780 en 1784 voeren De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Groot-Brittannië oorlog wegens de heimelijke steun van de Staten van Holland aan de opstandige Amerikanen (Fransen). De oorlog wordt voornamelijk op zee uitgevochten (slag bij de Doggersbank) maar ook werden er manschappen ingezet om de kust te verdedigen.
In 1785 komen de Patriotten in opstand tegen de regenten en stadhouder Willem V. De prins verlaat ’s Gravenhage en vestigt zich op ’t Loo en verhuist uiteindelijk naar Nijmegen.
De opstand van de Patriotten wordt in 1787 neergeslagen door een Pruisisch leger van 20.000 man. De directe aanleiding van de inval is de aanhouding van Wilhelmina van Pruisen bij Goejanverwellesluis door de Patriotten. Wilhelmina is de vrouw van Stadhouder Willem V en de zuster van Frederik Willem II de Koning van Pruisen. De Koning schiet met de inval zijn zuster te hulp en herstelt daarmee ook de heerschappij van de Oranjes. Veel Patriotten vluchten naar Frankrijk.
In 1789 begint de Franse Revolutie (14 juli bestorming van de Bastille) en in 1794 valt Frankrijk het zuiden van de Republiek der Verenigde Nederlanden binnen. In januari 1795 bevriest de Hollandse waterlinie en de Franse troepen vallen ongehinderd de rest van de Republiek binnen. Ons land heet nu de Bataafse Republiek. Frankrijk verwacht militaire en materiële steun van het nog altijd rijke Nederland. Dit betekent oorlog met Engeland dat rampzalig is voor de Nederlandse welvaart.